Vion wil in 2030 het meest duurzame vleesbedrijf van Europa zijn. De ‘Food that Matters’ strategie van Vion benadrukt dat voedselkeuzes verder gaan dan alleen voedingswaarden en smaak. Hiervoor heeft Vion zich gecommitteerd aan de Science Based Targets initiative (SBTi) voor CO2-reducties. De CO2-reductie doelstellingen zijn zeer uitdagend. Naast reducties in de organisatie (scope 1 en 2) zullen er ook grote stappen gezet moeten worden in de ketens (scope 3). Dit bereiken we samen met onze ketenpartners.

Vion is vanaf 2025 verplicht een rapport op te stellen volgens de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). “Wij moeten uitleggen wat we doen voor het maatschappelijk belang”, zegt Willem Cranenbroek, directeur ketenverduurzaming bij Vion. Belangrijke thema’s zoals de carbon footprint, dierenwelzijn en goed werkgeverschap staan hierbij centraal. De varkensbedrijven hebben hierin een belangrijke rol.

Het rapport moet transparantie bieden over hoe Vion en haar ketenpartners bijdragen aan een duurzamere toekomst. “Varkensbedrijven vallen niet direct onder de CSRD richtlijn maar het is verstandig om nu al stappen te zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering. Dat maakt je bedrijf klaar voor de toekomst en zorgt dat je makkelijker kunt samenwerken met bedrijven die wel aan de CSRD moeten voldoen. Vion moet aan de richtlijnen voldoen. Daarom nemen wij onze leveranciers, de varkenshouders, en afnemers mee in de doelstellingen”, legt Willem uit.

Opwarming onder 1,5 ⁰C houden
CSRD is een wettelijke verplichting vanuit de Europese Unie die bedrijven verplicht om beter en uitgebreider te rapporteren over hun impact op milieu, maatschappij en bestuur.  Het is voortgekomen uit het klimaatakkoord van Parijs, om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden. Bedrijven moeten rapporteren hoe zij het klimaat en de biodiversiteit beïnvloeden, hoe ze zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en hoe duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheden in het beleid worden geïntegreerd.

Hele keten nodig
Vion heeft met 40 experts op allerlei vakgebieden doelen opgesteld voor milieu, maatschappij en bestuur thema’s. Willem vervolgt: “Uit berekeningen blijkt dat slechts twee procent van de totale carbon footprint van vlees afkomstig is van de slachterij. Die reduceren we zoveel mogelijk met duurzame aanpassingen in onze productiebedrijven. Om echt impact te maken en de gestelde doelen te bereiken, hebben we echter de hele keten nodig en dus ook de varkenshouders om met ons mee te bewegen.”

Carbon footprint varkensvlees
Ook retailers zijn verplicht een CSRD rapportage op te maken. Uit onderzoek blijkt dat 50 procent van de uitstoot in de retail vanuit dierlijke eiwitten komt waarbij vlees de grootste bijdrage heeft. De footprint van een varkensbedrijf wordt vooral bepaald door het gebruikte voer en de opslag/afvoer van mest. “Ik raad varkenshouders aan hierop te focussen: ga bijvoorbeeld in gesprek met de voerfabrikant om te zien wat er gedaan kan worden om te footprint te verkleinen. Voor mest geldt: korter opslaan geeft minder uitstoot.’’

Met ons carbon footprint rekenmodel kunnen we varkenshouders helpen om inzicht te krijgen in hun eigen footprint en waar verbeterpotentieel ligt. Naast genoemde bedrijven zijn ook de banken verplicht een CSRD rapportage op te stellen en zijn zij er ook bij gebaad dat bedrijven verduurzamen. Dit zie je momenteel al terug in betere voorwaarden voor duurzame investeringen.”

Meten is weten
Data delen door de gehele keten wordt dus zeer belangrijk door deze nieuwe ontwikkelingen. Willem: “We vinden het erg belangrijk om ondernemers handelingsperspectief te bieden en dat ze van elkaar leren.’’ De rol van Willem is om op Vion niveau te kijken naar wat de doelen zijn en waar we nu staan met betrekking tot reducties. “Het Europese doel is dat Europa in 2050 klimaatneutraal is. We moeten dus samen onze schouders eronder zetten om dit doel te bereiken. Als ketenregisseur gaan we samen met onze ketenpartners en specialisten een roadmap bouwen en die uitvoeren om deze doelen te bereiken. Het zijn complexe uitdagingen die we samen op willen en moeten lossen”, besluit Willem.